Om meer inzicht te krijgen in hoe laaggeletterdheid als barrière fungeert voor participatie, spraken we met onderzoekers Leone Verweij en Menno Fenger van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Beide zijn betrokken bij een onderzoeksproject dat zich richt op het verbeteren van de participatie van mensen met lage basisvaardigheden. Hun doel is om te onderzoeken hoe gemeenten en instanties beter kunnen inspelen op deze uitdagingen.
Leone Verweij is promovendus aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en doet promotieonderzoek naar laaggeletterdheid als obstakel voor maatschappelijke participatie. Haar fascinatie voor dit onderwerp komt voort uit een persoonlijke ervaring waarbij haar vader een juridisch complexe brief ontving na een fietsendiefstal. Deze ervaring maakte haar bewust van hoe moeilijk het kan zijn voor mensen met minder ontwikkelde taalvaardigheden om belangrijke zaken te regelen. Dit zette haar aan om de wereld van laaggeletterdheid verder te verkennen.
Menno Fenger, hoogleraar bestuurskunde en begeleider van Leone’s promotieonderzoek, benadrukt dat het onderzoek ontstond door de behoefte om de werelden van bijstandsinstanties en laaggeletterden dichter bij elkaar te brengen. Er is binnen het bijstandsdomein vaak te weinig aandacht voor de basisvaardigheden van cliënten, en dat is precies waar dit project verandering in wil brengen.
Het onderzoek richt zich op vier gemeenten: Capelle aan den IJssel, de Drechtsteden, Zoetermeer en Pijnacker-Nootdorp. In samenwerking met beleidsmedewerkers, bijstandsconsulenten en organisaties zoals Stichting Lezen en Schrijven, onderzoekt Leone hoe gemeenten beter kunnen screenen op laaggeletterdheid bij mensen in de bijstand. Het blijkt dat deze doelgroep vaak moeilijk te bereiken is; veel mensen schamen zich voor hun probleem en maken het niet kenbaar.
Een ander probleem dat naar voren komt, is dat bijstandsconsulenten vaak niet weten dat er mensen in hun bestand zijn met laaggeletterdheid. Men denkt vaak dat het probleem niet speelt, wat volgens Leone een blinde vlek in het systeem aantoont.
Het onderzoek toont aan dat er, ondanks bestaande instrumenten zoals screeningslijsten, nog veel obstakels zijn. Veel gemeenten hebben niet genoeg tijd en middelen om laaggeletterdheid effectief aan te pakken. Leone’s eerste rapport, "Waar een wil is, is nog geen weg", laat zien dat er wel bereidheid is onder professionals om laaggeletterdheid te bestrijden, maar dat het vaak ontbreekt aan structurele ondersteuning en de juiste aanpak.
Om dit probleem aan te pakken, pleit Leone voor een persoonlijke aanpak, waarbij hulpverlening laagdrempelig en op maat wordt aangeboden. Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven hebben vaak al jarenlang problemen, en elke extra barrière ontmoedigt hen om hulp te zoeken. Ze pleit daarom voor een ‘rode loper’-benadering, waarbij mensen begeleid worden naar de juiste hulp, zoals bibliotheken of cursussen.
In drie van de vier gemeenten hebben Leone en haar team screeningsdagen georganiseerd, waarbij bijstandsgerechtigden werden uitgenodigd om hun problemen te bespreken. Hierbij werden zij ondersteund door lokale organisaties zoals bibliotheken. De resultaten zijn bemoedigend: hoewel de opkomst wisselde, waren er succesverhalen van mensen die door de persoonlijke benadering eindelijk de stap durfden te zetten om hun basisvaardigheden te verbeteren.
Een van de belangrijkste aanbevelingen van het onderzoek is dat er op hoger beleidsniveau meer steun nodig is binnen de gemeenten. Fenger benadrukt dat zonder steun van de leidinggevenden het moeilijk is om op uitvoerend niveau veranderingen door te voeren. Daarnaast is de manier waarop bijstandsconsulenten mensen benaderen essentieel. De onderzoekers pleiten voor een aanpak die niet te streng, maar ook niet te vrijblijvend is.
In de komende twee jaar blijft Leone Verweij werken aan haar onderzoek. Ze hoopt uiteindelijk concrete aanbevelingen te kunnen doen over effectieve methoden om laaggeletterdheid in de bijstand beter aan te pakken. Dit zal uiteindelijk resulteren in haar proefschrift, waarin alle bevindingen van het onderzoek worden gebundeld.
Bekijk hier het volledige radiointerview:
Bekijk de samenvatting hier: